‘Of jullie fietsen van ons mogen lenen voor een training aan schoolkinderen in het Kralingse Bos? Waarom komen jullie niet bij onze vereniging zelf langs om te oefenen op een echte wielrenbaan en om door mensen van de club te worden bijgepraat over de sport?’ Voorzitter Jan Bunnik van RWC Ahoy herkende direct een kans toen hij onlangs werd gebeld door een leerkracht van de Oscar Romeroschool. ‘Misschien leidt het wel tot nieuwe leden.’
Bij de meeste verenigingen vliegen nieuwe leden niet als gebraden duiven de mond in. Ze moeten hun best doen om bijvoorbeeld jongeren te enthousiasmeren voor hun sport en club. Steeds meer verenigingen zijn ervan doordrongen dat een-tweetjes met partijen buiten de vertrouwde omgeving dan succes kunnen opleveren.
Neem wielervereniging RWC Ahoy. Voorzitter Jan Bunnik werd in het voorjaar benaderd door Berteke de Jong, vakleerkracht bewegingsonderwijs bij de Oscar Romeroschool uit Kralingen-Crooswijk. Zij vertelt: ‘Binnen onze basisschool leefde al een tijd het idee voor de kinderen uit groep 7 en 8 iets te doen met de triatlonsport. Hardlooptraining konden we zelf verzorgen en zwemtraining was mogelijk omdat we via Schoolsportvereniging Crooswijk contact hebben met zwemvereniging Z&PC Rotterdam. Maar hoe konden we de kinderen fietstraining geven?’
De Jong herinnerde zich de fietsen die drie jaar geleden tijdens de side events rondom de start van de Tour de France in Rotterdam waren gebruikt voor zogeheten Dikke Banden Races. Iemand wees haar erop dat deze nog in omloop waren, omdat de gemeente na afloop de rijwielen had geschonken aan RWC Ahoy. ‘Toen heb ik de vereniging gebeld met het verzoek of we ze konden lenen. We wilden ermee gaan trainen in het Kralingse Bos.’
Bunnik draaide de zaken om. Hij stelde voor dat De Jong en de leerlingen bij de vereniging zelf zouden fietsen en zo onmiddellijk konden kennismaken met de club en de voorzieningen ter plekke. Hij zegt: ‘Wij hebben bijna 300 leden, van wie ongeveer vijftig in de categorie tot vijftien jaar. We grijpen graag de kans om nog meer mensen enthousiast te maken. Daarom hebben wij gezorgd voor vervoer tussen Kralingen-Crooswijk en onze accommodatie, vlakbij Rotterdam Airport. Samen met een trainer heb ik over de sport verteld, waarna de kinderen een helm en een fiets kregen en een wedstrijd konden fietsen op onze baan.’
De Jong: ‘We hadden er vijf kwartier voor uitgetrokken, maar het werd een sessie van twee uur. Zelfs tóen vroegen kinderen waarom we al zo snel weggingen. Uiteindelijk hebben zestien leerlingen twee keer op een donderdag getraind bij RWC Ahoy. Vier van hen hebben in juli meegedaan aan de kindertriatlon in Didam. Binnenkort bespreken Jan en ik hoe we een vervolg geven aan de samenwerking tussen de school en vereniging.’
Bunnik: ‘We hebben in elk geval de bekendheid van de sport en vereniging vergroot. Het wérkt om over je eigen grenzen heen te stappen. Daarom staan we ook open voor soortgelijke initiatieven met andere scholen.’