Al tien jaar kunnen verenigingen een beroep doen op een sportpedagoog van Rotterdam Sportsupport. Deel één van een drieluik.

 

‘In vrijwel geen andere stad werken sportverenigingen en zorg- en welzijnsorganisaties zó nauw samen als in Rotterdam. In verschillende gebieden in de gemeente hebben ze samenwerkingsafspraken gemaakt in het kader van Sport in het Jeugdnetwerk. Ik heb onderzocht hoe deze samenwerking in Rotterdam is ontstaan. Een belangrijke trigger was dat de stad al tien jaar het fenomeen ‘sportpedagoog’ kent; bedoeld om het pedagogisch klimaat bij sportverenigingen te verbeteren en contact tot stand te brengen tussen vrijwilligers van clubs en professionals uit zorg en welzijn.’

Dat vertelt Niels Hermens. Namens het Verwey Jonker Instituut verrichtte hij in het verleden onderzoek naar de werkwijze en het effect van de Rotterdamse sportpedagoog. Donderdag 15 juni presenteerde hij, samen met Sabina Super en Kirsten Verkooijen van de Wageningen Universiteit, de uitkomsten van een nieuw onderzoek: Jeugd, Zorg en Sport. Hiervoor nam hij onder meer vijftien interviews af in Rotterdam om na te gaan hoe de succesvolle samenwerking tussen sport en andere sectoren tot stand is gekomen.

Woningcorporatie
‘Het is een combinatie van goede ideeën, pragmatisme, individuen met de gewenste eigenschappen én toeval’, zegt hij. ‘Wat betreft het laatste: de kiem voor de sportpedagoog is ruim tien jaar geleden niet gelegd binnen sport, zorg of welzijn, maar binnen een woningcorporatie.’

Hermens refereert hiermee aan Karel van Berk, die destijds namens Woningbedrijf Rotterdam het standpunt huldigde dat een woningcorporatie méér moet bieden dan alleen stenen. Hij wilde de sociale kant van wijken belichten en opperde uiteindelijk bij voetbalvereniging HOV het idee het sociaalpedagogisch klimaat bij de club te verbeteren. Als een vereniging in staat is goed om te gaan met lastige jongeren en hun gedrag in de goede richting te duwen, blijven ze behouden voor de vereniging en wordt de kans verkleind dat ze gaan rondhangen op straat. Een goed sociaalpedagogisch klimaat binnen de vereniging draagt bovendien bij aan goed gedrag búiten de club.

Ondersteuning verenigingen
HOV was enthousiast, maar de club en Van Berk stelden tegelijkertijd vast dat verenigingsvrijwilligers doorgaans niet beschikken over de benodigde pedagogische vaardigheden. Logisch: daar zijn ze eenvoudigweg niet voor opgeleid.

Een oplossing volgde. Een zogeheten pedagogisch coördinator – Ineke Kalkman – ging bij HOV aan de slag namens de Stichting Soccer Academy, waarvan Van Berk voorzitter was. Dat was mogelijk dankzij een overeenkomst tussen Rotterdam Sportsupport, de toenmalige deelgemeente Kralingen-Crooswijk, de KNVB en de Soccer Academy. Kalkmans positieve invloed op het sociaalpedagogisch klimaat bij HOV bleef niet onopgemerkt. In dienst van Rotterdam Sportsupport zou ze daarom al gauw meer verenigingen gaan ondersteunen. Inmiddels telt de stichting dankzij de Rijksregeling Buurtsportcoaches twee sportpedagogen.

Veilig sportklimaat
Een sportpedagoog ondersteunt en adviseert sportverenigingen die werk willen maken van een veilig sportklimaat. Hoe zet je beleid op en hoe voer je het in? Een sportpedagoog ontwikkelt bijvoorbeeld ook trainingen, procedures, handvatten en protocollen om een veilig sportklimaat te realiseren. Een sportpedagoog helpt verenigingen onder meer bij:

  • Opzetten normen- en waardenbeleid
  • Opstellen gedragsregels en communicatie hierover
  • Handhaven gedragsregels in de vorm van sanctieprotocollen en -procedure
  • Aanvragen Verklaring Omtrent het Gedrag voor vrijwilligers en communicatie erover binnen de club
  • Aanstellen en opleiden Vertrouwenscontactpersoon (VCP) voor opvangen signalen huiselijk geweld en kindermishandeling; aansluitend de opgeleide VCP’s koppelen aan het netwerk in de wijk
  • Ondersteuning bij zorgsignalen van huiselijk geweld en kindermishandeling
  • Trainingen voor vrijwilligers over trainersvisie, leeftijdsspecifieke kenmerken, lastig gedrag, straatcultuur, didactiek, signaleren, positief coachen, pesten, pubers, stoornissen et cetera.
  • Ondersteuning ‘on the job’ aan trainers bij hulpvragen

Bruggen bouwen
Hermens stelt ook dat het succes afhankelijk is van personen. ‘Traditioneel was er een kloof tussen sportverenigingen aan de ene kant en zorg en welzijn aan de andere. Je hebt het over vrijwilligersorganisaties en professionele instellingen. Ze kennen elkaar vaak niet en ze ontmoeten elkaar vaak niet, mede omdat de vrijwilligers doorgaans actief zijn buiten kantoortijden. Dat Rotterdam Sportsupport medewerkers heeft aangetrokken die bekend zijn met de wereld van het sociaal domein en die de taal spreken van deze sector, heeft mede bijgedragen aan de verandering. Zij hadden de eigenschappen om bruggen te bouwen.’

Voortbouwen op succesvolle programma´s en incidenten
De zichtbaarheid van resultaten via onderzoeken vormde ook een belangrijke bouwsteen voor het ontstaan van samenwerking tussen sport en zorg en welzijn. Hermens: ‘In 2011 bleek uit een studie naar de Schoolsportvereniging dat door een samenwerking tussen het onderwijs (jeugd) en sportvereniging jongeren meer gingen bewegen op en rond de school. Dit inzicht wakkerde bij de politiek mogelijk het besef aan dat sport een middel kan zijn om iets te bereiken op sociaal-maatschappelijk vlak. Een tweede voorbeeld is het onderzoek naar de sportpedagoog waaruit bleek dat sporttrainers erg tevreden waren met de pedagogische ondersteuning. Dit onderstreepte het nut van investeren in sportpedagogen. En hoe wrang ook: de dood van de grensrechter Richard Nieuwenhuizen in Amsterdam in 2013 verstrekte dit bewustzijn.’

Mini-netwerkjes
De voorspoedige gang van zaken op het raakvlak van jeugd, zorg en sport hangt ook samen met een ander initiatief van Rotterdam Sportsupport, vertelt Hermens. ‘Het Sportplusprogramma heeft op lokaal niveau mini-netwerkjes gecreëerd. Sportverenigingen gingen bijvoorbeeld trainingen verzorgen voor cliënten van een jeugdzorgorganisatie. Zo heeft men op veel plekken in de stad aan elkaar kunnen wennen en mogelijke voordelen van samenwerking ondervonden. Dit heeft het draagvlak voor Sport in het Jeugdnetwerk vergroot.’

Meer kennis
Om meer kennis te ontwikkelen over hoe sport in te zetten voor een positieve ontwikkeling van kwetsbare jeugd, is de groep Gezondheid en Maatschappij van Wageningen University & Research in 2013, samen met Rotterdam Sportsupport, jeugdhulporganisatie FlexusJeugdplein, Kenniscentrum Sport en de gemeente Rotterdam, gestart met het onderzoek Jeugd, Zorg en Sport. Sabina Super, Niels Hermens en Kirsten Verkooijen presenteerden de resultaten op donderdag 15 juni tijdens een symposium in Utrecht.

Meer weten?

Via de thema’s vind je hoe we jouw club kunnen helpen. De thema’s in combinatie met de veelgestelde vragen zorgen ervoor dat je snel antwoord krijgt op jouw vraag. Neem bij interesse en andere hulpvragen contact op met de gebiedsconsulent van jouw vereniging. De gebiedsconsulent of expertconsulent lost samen met jou de hulpvraag op.

Wij staan voor je klaar!

Antoine Schijf

verenigingsconsulent Toekomstbestendige sportverenigingen / leidinggevende
Antoine Schijf