Voor het eerst sinds twee jaar is de vitaliteitsscore van Rotterdamse sportverenigingen niet gedaald, maar de zorgen op het thema ‘Financiën’ nemen jaarlijks toe en de cijfers voor ‘Accommodatie’ kenden een opvallende daling dit jaar. Dat blijkt uit het jaarlijkse vitaliteitsonderzoek van Rotterdam Sportsupport waarin bestuurders hun eigen sportvereniging beoordelen op verschillende onderdelen.
Het jaarlijkse vitaliteitsonderzoek helpt Rotterdam Sportsupport haar dienstverlening en projecten te versterken. Door nog beter aan te sluiten bij de behoeftes van verenigingen kunnen we verenigingen nog gerichter ondersteunen. 205 verenigingen vulden tussen half januari en de eerste helft van februari de online vragenlijst in. In het onderzoek reageerden bestuursleden op stellingen over de thema’s ‘Accommodatie’, ‘Financiën’, ‘Leden’, ‘Organisatie’, ‘Veilig Sportklimaat’ en ‘Vrijwilligers’.
De clubs zijn aanvullend bevraagd op de (verwachte) impact over de invoering of uitbreiding van het betaald parkeren. Uit de resultaten én onze contacten met vrijwilligers blijkt dat meer dan helft van de verenigingen verwacht dat ze door de uitbreiding van betaald parkeren zeer veel last te gaan ervaren met teruglopende ledenaantallen, bereidbaarheid tot vrijwilligerswerk, ontvangen van bezoekers en verminderde inkomsten.
Vitaliteitsscores
Bijna negen op de tien verenigingen noemt zichzelf (enigszins) vitaal. De vitaliteitsscore was twee jaar achter elkaar gedaald en nu voor het eerst weer een punt gestegen van 76 naar 77. De stijging komt vooral door de zeer positieve antwoorden op het thema ‘Veilig sportklimaat’. Daarentegen is op het thema ’Financiën’ al meerdere jaren juiste sprake van een daling van de scores. Zo geeft twee op de vijf verenigingen aan op termijn niet meer aan financiële verplichtingen te kunnen voldoen. Op ‘Accommodatie’ is ook een opvallende daling zichtbaar, en daarmee zijn dit dus aandachtsgebieden. De score op ‘Vrijwilligers’ is het laagst maar is stabiel. Hieronder staan de belangrijkste inzichten van het vitaliteitsonderzoek per thema uitgewerkt.
-
De score op het thema ‘Accommodatie’ is het meest gedaald ten opzichte van vorig jaar (van 75 naar 72). Deze daling komt met name door lagere scores op de subthema’s Sportruimtes, Kleedruimtes en Bereikbaarheid & toegankelijkheid. Voor bijna drie op de tien verenigingen voldoet de accommodatie niet aan de behoefte voor nu en de nabije toekomst. Dit geldt vooral voor de (middel)grote verenigingen waar ongeveer vier op de tien verenigingen dit aangeeft. Dit is ook te zien in de score op ‘Accommodatie’. Met een score van 65 voor de grote verenigingen en 70 voor middelgrote verenigingen is deze een stuk lager dan de kleinere verenigingen, waar de score 76 is. Deze lagere score komt met name doordat deze verenigingen vaker aangeven dat het aantal sport- en kleedruimtes niet voldoet aan hun behoefte.
De sportruimtes en kleedruimtes werden in voorgaande jaren door alle formaten verenigingen al minder goed beoordeeld ten opzichte van de andere subthema’s. Met de verdere daling in de score zijn deze knelpunten nog groter geworden. Zo zegt meer dan een kwart van de verenigingen dat de kwaliteit van de sport- en kleedruimtes niet geheel voldoet aan de richtlijnen vanuit de sporttak of de wensen van de vereniging. Een kwart van de clubs geeft ook aan dat het aantal beschikbare velden, zalen, etc. niet volledig aansluit bij het aantal leden. Onder meer dan de helft van de verenigingen met een wachtlijst wordt een tekort aan sportruimtes dan ook opgegeven als reden.
-
De vitaliteit op basis van financiën neemt verder af. In 2023 was al sprake van een sterke daling in de score en dit jaar neemt deze met nog een punt af. Bijna een vijfde van de verenigingen geeft aan (enigszins) financiële problemen te hebben die het voortbestaan in gevaar brengen. Dit aandeel is in de afgelopen twee jaar steeds toegenomen en is nu vergelijkbaar met het resultaat in 2020 tijdens de coronacrisis. Met nog eens tien procent van de verenigingen die op de stelling neutraal geantwoord hebben zeggen bijna drie op de tien verenigingen niet positief naar hun financiële situatie kijken.
Het thema heeft relatief gezien nog wel een hoge score binnen het onderzoek. Dit komt onder meer doordat de financiële knelpunten nog niet hebben geleid tot schulden of achterstallige betalingen. Op onderwerpen als het sluitend krijgen van de begroting en het jaarlijks kunnen maken van reserveringen gaat het minder goed. Meer dan een vijfde van de verenigingen heeft hier enigszins problemen mee. De score op de subthema’s Vermogenspositie en Reserveringen waren vorig jaar sterk gedaald en zijn dit jaar nog verder gedaald of zijn op dit niveau gebleven. Het subthema Sluitende begroting is wel met een punt gestegen, maar zit nog steeds ruim onder de score van twee jaar terug. Op Liquiditeit is de grootste stijging te zien, maar ook dit subthema scoort nog steeds lager dan twee jaar terug.
De dalende financiële vitaliteit komt dan ook vooral door afnemend vertrouwen in de toekomst. Vier op de tien verenigingen geven aan zich in enige mate zorgen te maken over de financiën op de lange termijn. Met daarbij nog een vijfde van de verenigingen die neutraal tegenover de stelling stonden is de groep verenigingen die zich geen zorgen maakt in de minderheid.
-
Een zesde van de verenigingen geeft aan onvoldoende leden te hebben voor een toekomstbestendige vereniging. Dit zijn minder verenigingen dan de afgelopen twee jaar. De score op het thema leden is dan ook gestegen ten opzichte van voorgaande jaren. Net als vorig jaar spreken vooral kleine verenigingen over een tekort aan leden. Onder hen zegt ruim één op de vijf in enige mate onvoldoende leden te hebben voor een toekomstbestendige vereniging. Kleine verenigingen en verenigingen zonder jeugd vinden het vaker lastig om nieuwe leden te werven.
Bijna drie op de tien verenigingen heeft momenteel een wachtlijst, vaak voor jeugdleden. De voornaamste redenen voor de wachtlijst is een gebrek aan beschikbare sportruimte en/of een tekort aan trainers.
-
In de afgelopen twee jaar is het aandeel verenigingen dat aangeeft geen problemen te hebben bij het organiseren van (sport)activiteiten en weet in te spelen op kansen en bedreigingen steeds verder afgenomen. Eén op de zes verenigingen geeft aan niet goed in te kunnen spelen op plotselinge veranderingen op bestuurs- en/of trainersniveau. Voor het thema organisatie als geheel is een licht stijgende trend te zien.
-
Net als voorgaande jaren oordelen de verenigingen overwegend positief over de veiligheid en positiviteit van hun sportklimaat. Een ruime meerderheid geeft aan een werkwijze te hebben rondom pesten en 80 procent van de verenigingen zegt inmiddels VOG’s op te vragen van hun vrijwilligers, voornamelijk van trainers van jeugdteams en/of bestuursleden. Driekwart van de verenigingen heeft ook een gedragscode opgesteld binnen de vereniging.
Iets meer dan vier op de tien verenigingen geeft aan te maken te hebben gehad met incidenten op de vereniging van eigen of bezoekende sporters, vrijwilligers of toeschouwers. De verenigingen geven veelal aan dat het ging om pesten, fysiek geweld en/of bedreigingen.
-
Ondanks de minimale groei in het vitaliteitscijfer voor vrijwilligers geven de verenigingen, net als voorgaande jaren, de laagste cijfers op het thema vrijwilligers. Met name op de subthema’s Structurele vrijwilligerstaken, Bestuursleden en Overig technisch kader wordt laag gescoord. De gemiddelde vitaliteit op Overig technisch kader is ook verder afgenomen ten opzichte van 2023. Zo zien we dat een kwart van de verenigingen moeite heeft met het vinden van vrijwilligers voor overige taken binnen het technisch kader zoals teambegeleiders, scheidsrechters en juryleden. Een vergelijkbare groep staat hier neutraal in wat maakt dat minder dan de helft van de verenigingen er enigszins in slaagt voldoende vrijwilligers te werven en behouden voor dit soort taken. De meeste moeite blijven verenigingen hebben met het vinden van vrijwilligers voor structurele rollen. Zo hebben drie op de tien verenigingen moeite met het vinden van vrijwilligers voor bardiensten of als onderdeel van een commissie. Ruim een kwart van de verenigingen vindt het lastig om vrijwilligers te vinden voor rollen als bestuurslid of trainer. Alles bij elkaar genomen geven bijna drie op de tien verenigingen aan onvoldoende vrijwilligers te hebben om de taken goed uit te voeren. Dit is vergelijkbaar met het afgelopen jaar.
-
Bijna de helft van de verenigingen in gebieden waar betaald parkeren ingevoerd gaat worden, verwacht redelijk wat tot zeer veel last te gaan ervaren met teruglopende ledenaantallen, bereidbaarheid tot vrijwilligerswerk, ontvangen van bezoekers en minder inkomsten. Wat betreft hogere uitgaven en het ontvangen van bezoekende clubs gaat dit om zes op de tien verenigingen en voor het ontvangen van toeschouwers bijna tweederde. Qua intensiteit verwachten verengingen de meeste last te gaan ervaren van hogere uitgaven. Bijna de helft van deze clubs verwacht hier (zeer) veel last van te ondervinden. Ook rondom teruglopende ledenaantallen wordt relatief gezien meer last verwacht. Ruim een derde van de verenigingen verwacht hier (zeer) veel last van te krijgen. Tweederde van de verenigingen verwacht op minimaal één van de eerdergenoemde aspecten (zeer) veel last te gaan ondervinden. Acht op de tien verenigingen denken ook dat de maatwerkoplossingen onvoldoende zijn. Zij hebben vooral het gevoel dat de oplossingen niet alomvattend zijn of de gevolgen van het parkeerbeleid niet compleet compenseren.
Ook de verenigingen waar de tijden van het betaald parkeren worden uitgebreid verwachten hier last van te ondervinden. Ongeveer vier op de tien verenigingen verwachten redelijk wat tot zeer veel last te ondervinden van hogere uitgaven en het ontvangen van bezoekers en toeschouwers. Rondom het teruglopen van ledenaantallen en bereidbaarheid tot vrijwilligerswerk is dit ruim een derde van de verenigingen. Qua intensiteit wordt de meeste last verwacht rond het ontvangen van toeschouwers en bezoekende clubs en hogere uitgaven. Een vijfde van deze verenigingen verwacht (zeer) veel last te ondervinden op deze onderwerpen. Zes op de tien verenigingen verwachten niet dat de maatwerkoplossingen voldoende gaan zijn om de effecten van het nieuwe parkeerbeleid te compenseren.
Tevredenheid
Met een gemiddeld tevredenheidscijfer van 8,0 laten de verenigingen zien zeer tevreden te zijn met Rotterdam Sportsupport. Verbeterpunten die diverse verenigingen noemen voor de dienstverlening zijn behoefte aan meer contact en sneller reactie bij vraagstukken.
Contact
Heb je naar aanleiding van dit artikel nog vragen? Neem dan contact op met jouw gebiedsconsulent. We helpen je graag verder!