Als bestuur van een sportvereniging is het cruciaal om de juiste werkrelatie met trainers en coaches vast te leggen. De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (Wet DBA) vereist dat verenigingen zorgvuldig omgaan met overeenkomsten om schijnzelfstandigheid te voorkomen. Vanaf 1 januari 2025 controleert de Belastingdienst strenger op deze wetgeving. Dit artikel biedt praktische tips en hulpmiddelen om schijnzelfstandigheid te vermijden en financiële risico’s te beperken.
Aanleiding
Als bestuur van een sportvereniging heb je vast wel eens een vrijwilligersovereenkomst of overeenkomst van opdracht met een zzp’er afgesloten. Misschien heeft jouw vereniging ook werknemers in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst. De vereniging (het bestuur) en de persoon in kwestie (bijvoorbeeld een trainer of coach) zijn samen verantwoordelijk voor de juiste vorm van de werkrelatie. Hiervoor geldt de Wet DBA. De Belastingdienst heeft aangegeven per 1 januari 2025 strenger op deze wetgeving te controleren.
Wat houdt het in?
Het is van belang om als bestuur te weten welk soort werkrelatie tussen vereniging en individu geldt. Het gaat niet alleen om wat op papier staat, maar juist ook hoe in de praktijk de werkrelatie vorm krijgt.
Stel, je gaat als vereniging een overeenkomst van opdracht aan met een trainer. Echter blijkt in de praktijk dat naast (i) het verrichten van arbeid en (ii) betalen van loon er ook (iii) een gezagsverhouding tussen partijen bestaat. De Belastingdienst kan oordelen dat er sprake is van schijnzelfstandigheid met als gevolg dat de vereniging o.a. loonheffing moet betalen. Achteraf een behoorlijke kostenpost, los van een eventuele boete die de Belastingdienst kan opleggen.
Wat kun je als sportvereniging doen?
Als bestuur wil je dus schijnzelfstandigheid voorkomen. Op de website van de Kamer van Koophandel staan meerdere hulpmiddelen die je als bestuur kunnen helpen bij de controle. Op de website van de overheid vind je een keuzehulp, waar je meerdere vragen kunt beantwoorden om beter zicht te krijgen op het type werkrelatie dat je als vereniging aangaat.
De organisatie WOS Werkgevers in de Sport heeft op haar website verschillende standaardovereenkomsten en modelovereenkomsten van opdracht (ZZP) geplaatst, die als basis kunnen worden gebruikt. Maar let op: de feitelijke uitvoering van de werkrelatie blijft bepalend. Volgens de website behouden deze overeenkomsten hun geldigheid tot 14 oktober 2027, tenzij nieuwe wetgeving hier effect op heeft.
Tot slot is het aan te bevelen om de kwalificatie van de werkrelatie schriftelijk vast te leggen. Zo bouwt de vereniging een dossier op, dat beschrijft wat de vereniging doet om schijnzelfstandigheid te verkleinen.
Contact
Heb je naar aanleiding van dit artikel nog vragen? Neem dan contact op met jouw gebiedsconsulent. We helpen je graag verder!
Antoine Schijf
verenigingsconsulent Juridisch / leidinggevende