De Rotterdamse proef met de Schoolsportvereniging is een bewezen succes. Deelnemende kinderen blijken bijvoorbeeld beter te leren. Dat wordt duidelijk uit het rapport Veilig sporten in de buurt. Vier jaar onderzoek naar de Schoolsportvereniging in Rotterdam. Op maandag 28 november ontvangt voorzitter André Bolhuis van sportkoepel NOC*NSF het rapport van het Verwey-Jonker Instituut uit handen van directeur Gert-Jan Lammens van Rotterdam Sportsupport.
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport nam in 2007 het initiatief tot het 4-jarige programma Proeftuinen Nieuwe Sportmogelijkheden. Het doel: innovatief sportaanbod ontwikkelen om leden te werven en behouden voor sportverenigingen. NOC*NSF coördineerde de uitvoering en Rotterdam Sportsupport ging aan de slag met een van de proeftuinen: de Schoolsportvereniging.
De filosofie daarachter? In wijken waar weinig tot geen sportverenigingen zijn, komen de sportverenigingen naar de wijk toe om structureel trainingen te verzorgen. Kinderen worden lid van de vereniging, maar blijven trainen in hun eigen omgeving.
De Schoolsportvereniging hielp al ruim 1700 kinderen aan het sporten. Maar het succes is niet alleen kwantitatief, zo blijkt uit het rapport van het Verwey-Jonker Instituut. Een Schoolsportvereniging sorteert interessante effecten voor zowel scholen, wijken als de leerlingen.
Voor het vierde jaar op rij liet Rotterdam Sportsupport een onderzoek uitvoeren onder leerlingen, leraren, ouders en coördinatoren. De jongste studie bevestigt de eerdere positieve resultaten. Het succes van de Schoolsportvereniging is daarmee structureel.
Het Verwey-Jonker Instituut presenteert op 28 november de belangrijkste resultaten uit het rapport. Deze bijeenkomst vindt plaats op openbare basisschool De Boog. Die vormt onderdeel van Schoolsportvereniging Schiemond.