De sportclub wordt steeds meer het ‘buurthuis van de toekomst’. De 538 sportverenigingen die hebben deelgenomen aan het programma ‘Meedoen Alle Jeugd door Sport’ zijn aantoonbaar sterker, groter en maatschappelijk bewuster geworden. Zij tonen aan dat sport in achterstandswijken een belangrijke bijdrage levert aan leefbaarheid en gezondheid. De Meedoen-aanpak blijkt succesvol voor het stimuleren van sport en bewegen in de wijk: vele duizenden jongeren uit achterstandswijken hebben de weg naar de georganiseerde sport gevonden.

In veel wijken hebben de sportverenigingen de rol van buurthuis gespeeld; daarnaast hebben in vijf jaar 27.000 nieuwe leden de weg naar de verenigingen gevonden: van dansgymnastiek en korfbal tot bijvoorbeeld basketbal en vechtsport . Het overgrote deel van de betrokken verenigingen verwacht dat de Meedoen-aanpak blijft inspireren voor bevordering van jeugdsport, ook nu het programma in december 2010 officieel is afgesloten.

Het W.J.H. Mulier Instituut heeft onderzoek gedaan naar de resultaten van Meedoen en dit gebundeld in het rapport ‘Opbrengsten van Meedoen’. Voor het eerst is op vrij grote schaal een samenwerking gegroeid tussen sportbonden en grote gemeenten om clubs te helpen bij het stimuleren van jeugdsport. Sportbonden hebben de clubs geholpen bij het verbeteren van het sociaal-pedagogisch klimaat, het versterken van het jeugdkader, het betrekken van ouders van jeugdleden bij de clubs en het aantrekkelijker maken van het kennismakingsaanbod van de verschillende takken van sport. Gemeenten zijn goed te spreken over de samenwerking met de georganiseerde sport, die door het Meedoen-programma weer in het brandpunt van het lokale beleid is komen te staan.

Resultaten

Meedoen leverde kwantitatieve resultaten op (grotere jeugdafdelingen bij de deelnemende clubs) en timmerde ook kwalitatief aan de weg. Mede door ‘Meedoen’ wisten de betrokken bonden ruim 27.000 nieuwe jeugdleden te werven, gemiddeld 50 per deelnemende vereniging. Dat betekent een groei van gemiddeld 30 procent per deelnemende club. Daarmee ontwikkelden de ledentallen van de Meedoenverenigingen zich aanmerkelijk gunstiger dan bij andere bonden en verenigingen. De sterkste groei deed zich voor bij de allochtone jeugdleden (59%), maar ook bij de autochtone jeugdleden was de groei behoorlijk (+20%). De achterstand in sportdeelname blijft bij allochtone meisjes het grootst. Hoewel het verschil in sportdeelname tussen autochtone en allochtone jeugd is afgenomen, zijn allochtone kinderen nog steeds minder vaak lid van een sportvereniging dan autochtone kinderen.

Successen verspreiden

De cijfers van ledenwinst spreken voor zich, maar Meedoen is meer. De deelnemende verenigingen zijn sterker geworden, beschikken over meer (opgeleid!) kader, treden naar buiten, sluiten allianties met scholen en wijkinstellingen en bouwen zo aan een sterke jeugdafdeling. Meedoen-verenigingen kregen ondersteuning bij het betrekken van ouders van nieuwe jeugdleden bij de club, zodat ook het reservoir aan vrijwilligers kon meegroeien. Op dit vlak zijn nog slagen te maken, zo blijkt uit het onderzoek, maar Meedoen is nadrukkelijk een stap in de goede richting geweest. Veel Meedoen-verenigingen professionaliseren, omdat de verenigingsorganisatie in staat moet zijn een maatschappelijke rol te spelen die op zijn beurt de clubcultuur beïnvloedt. Meedoen is dus niet alleen een kwantitatieve opgave gebleken, maar ook een kwalitatieve.

Meer weten?

Via de thema’s vind je hoe we jouw club kunnen helpen. De thema’s in combinatie met de veelgestelde vragen zorgen ervoor dat je snel antwoord krijgt op jouw vraag. Neem bij interesse en andere hulpvragen contact op met de gebiedsconsulent van jouw vereniging. De gebiedsconsulent of expertconsulent lost samen met jou de hulpvraag op.

Wij staan voor je klaar!

Anouk Meeter

verenigingsconsulent Feijenoord, Delfshaven en Centrum
Anouk Meeter