Veel steden zetten in op het verhogen van de sportdeelname onder hun burgers en het binnenhalen van grote sportevenementen, omdat sport een bijdrage kan leveren, en levert, waar het gaat om het verbeteren van de gezondheidssituatie van stedelingen, de leefbaarheid in wijken en de stedelijke economie.

In de bundel Sport in de stad van het WJH Mulier Instituut passeren de potentiële opbrengsten van sport in relatie tot verschillende beleidsdoelstellingen de revue. De veelzijdigheid maakt sport kosteneffectief, naast de relatief goedkope productie ervan vanwege de grote inzet van vrijwilligers. De auteurs plaatsen wel vraagtekens bij het behalen van de Olympische ambitie van een sportdeelname van 75 procent

in grote steden. Verder wordt de veronderstelling dat ‘de sport naar de rand van de stad is verdwenen’ ontkracht. De bundel biedt beleidsmakers handvatten voor het doelbewust inzetten van sport, maar bevat tevens kritische reflecties op de beleidskeuzes voor sport in de stad.

De redacteuren Mark van den Heuvel, Remco Hoekman en Hugo van der Poel overhandigden het eerste exemplaar van Sport in de stad op 22 juni aan de directie Nationale Ruimtelijke Ordening, ministerie van Infrastructuur en Milieu, tijdens het Nationaal Congres Sportaccommodaties in Rotterdam. In de bundel Sport in de stad gaan toonaangevende sportonderzoekers in op de maatschappelijke, ruimtelijke en economische rol van sport in de stad. Zij besteden aandacht aan de sportdeelname, de organisatie van de sport, de ruimtelijke inbedding van de sport in de stad en de instrumentele inzet van sport in het

stedelijke (sport)beleid op de terreinen gezondheid, leefbaarheid en economie. Het boek wordt met een Olympische blik in- en uitgeleid door Olof van der Wal (directeur KEI) en Henk Ovink (directeur Nationale Ruimtelijke Ordening, ministerie van Infrastructuur en Milieu).

De uitkomsten laten zien dat de sportdeelname in stad en land een vergelijkbare ontwikkeling heeft doorgemaakt en de verschillen tussen stad en land niet erg groot zijn. In het Olympisch Plan 2028 is als ambitie opgenomen dat de sportdeelname groeit naar 75 procent van de bevolking in 2016. Om dit te bereiken moet nog een flinke stap worden gezet, en voor de stedelijke gebieden lijkt dit te hoog gegrepen.

De afstand tot sportvoorzieningen is in de steden geen grote belemmering voor sportdeelname. In steden is altijd wel een sportvoorziening aanwezig binnen één tot drie kilometer. Niet-sporters blijken bovendien gemiddeld genomen niet verder weg van sportvoorzieningen te wonen dan sporters. De tevredenheid over de beschikbaarheid van sportaccommodaties is in Nederland hoog. Het wijdverbreide idee dat vooral sportparken in de laatste vijftien jaar op grote schaal uit de steden zijn verdwenen of verplaatst naar de randen van de stad wordt ontkracht. Een analyse van stadsplattegronden van de afgelopen 50 jaar laat zien dat de sportvoorzieningen zijn meegegroeid met de uitdijende steden.

Er bestaat geen twijfel over de positieve invloed van sporten en bewegen op de gezondheid. Steden zijn concentratiegebieden van bevolkingsgroepen met een minder actieve leefstijl en meer overgewicht. Deze leefstijlfactoren verklaren mede de relatief slechte gezondheid van stedelingen. Een oplossing lijkt onder andere gelegen in de inrichting van ‘beweegvriendelijke omgevingen’. Er zijn aanwijzingen dat een verandering in de leefomgeving het beweeggedrag positief kan beïnvloeden. Het blijft lastig om effecten van sport op de leefbaarheid in beeld te brengen, door de complexiteit en veelomvattendheid van het begrip leefbaarheid. Eenzelfde conclusie kan getrokken worden bij de bijdrage van sport aan de stedelijke economie. Wel weten we dat de komst van een sportpark in een stadswijk meerwaarde heeft voor

de gebruikers en dat een sportpark een positieve invloed heeft op de waarde van het

onroerend goed in de wijk.

De bundel “Sport in de stad”, over de maatschappelijke, ruimtelijke en economische rol van sport in de stedelijke context, verschijnt onder redactie van Mark van den Heuvel, Remco Hoekman en Hugo van der Poel van het WJH Mulier Instituut, centrum voor sociaal wetenschappelijk sportonderzoek uit ’s-Hertogenbosch. De bundel vormt tevens de afronding van het wetenschappelijke meerjarenonderzoeksprogramma ‘Sport en stedelijke ontwikkeling’ van het Mulier Instituut, gesubsidieerd door het ministerie van VWS.

Klik hier voor meer informatie en het downloaden/opvragen van de publicatie.

(Bron: WJH Mulier Instituut)

Meer weten?

Via de thema’s vind je hoe we jouw club kunnen helpen. De thema’s in combinatie met de veelgestelde vragen zorgen ervoor dat je snel antwoord krijgt op jouw vraag. Neem bij interesse en andere hulpvragen contact op met de gebiedsconsulent van jouw vereniging. De gebiedsconsulent of expertconsulent lost samen met jou de hulpvraag op.

Wij staan voor je klaar!

Saskia Grootens

verenigingsconsulent Overschie en Hillegersberg-Schiebroek / projectcoördinator Beweegcoach
Saskia Grootens