Bron: Tessa de Wekker, sportenstrategie.nl
De schoolsportvereniging in Rotterdam bestaat bijna 10 jaar. Duizenden kinderen zijn de start via de schoolsportverenigingen in aanraking gekomen met sport. Dit jaar gaat er ook een aantal schoolsportverenigingen in andere steden van start, naar Rotterdams voorbeeld.
Ook in Rotterdam zelf breidt het project zich uit. Onlangs ging in IJsselmonde de 24e schoolsportvereniging (SSV) van start. “De 25e is inmiddels in voorbereiding. Die wordt na de zomervakantie geopend”, zegt Evelien Vonk. Zij is namens Rotterdam Sportsupport projectcoördinator van tien SSV’s in het noorden van Rotterdam. Andere partners in het project zijn de gemeente Rotterdam, sportverenigingen, scholen en het Jeugdsportfonds.
Bij de schoolsportvereniging sporten kinderen dichtbij school, vaak in de gymzaal in de wijk waar ook het schoolgym plaatsvindt. Kinderen kunnen kiezen uit verschillende sporten. De trainingen na schooltijd worden verzorgd door trainers van aan de SSV’s verbonden sportverenigingen. De sportvereniging krijgt als het ware een satellietlocatie bij de school De eigen gymleraar is meestal de coördinator. “Dat is belangrijk, want dat is een bekend gezicht voor de kinderen. De coördinator werft leerlingen voor de sporten, heeft contact met de ouders en verenigingen en zorgt ervoor dat er een goede planning is”, zegt Vonk.
De SSV’s bevinden zich meestal in zogenaamde sportarme wijken. “Dat zijn wijken waar nauwelijks sportvoorzieningen zijn, zoals bijvoorbeeld het centrum. Maar dat zijn ook wijken waar het voor gezinnen financieel lastig kan zijn om hun kinderen lid te laten worden van een sportvereniging. Of waar gezinnen niet zo bekend zijn met het fenomeen sportvereniging.”
Via de schoolsportvereniging kunnen deze kinderen wel sporten. Voetbal, turnen, dans, judo, korfbal, hockey en nog vele andere sporten kunnen worden beoefend bij de SSV. Vonk: “Als er vraag is naar een bepaalde sport, dan proberen we een vereniging te zoeken die de trainingen kan verzorgen. Het liefst zijn dat verenigingen die niet te ver uit de buurt liggen.”
54 Rotterdamse sportverenigingen zetten zich in voor het project. Ook 61 scholen doen mee. Net als bij een reguliere vereniging moeten ouders contributie betalen. Wanneer ouders dit zelf niet kunnen betalen, doet de coördinator met de ouders een aanvraag bij het Jeugdsportfonds.
De schoolsportvereniging moet vooral worden gezien als opstap. Het is de bedoeling dat kinderen na verloop van tijd doorstromen naar de reguliere locatie van de vereniging. Vonk: “De clubtrainers van de wijk helpen de kinderen dan wegwijs te worden bij de vereniging. Wij ondersteunen verenigingen weer om de kinderen zo goed mogelijk op te vangen.”
De schoolsportverenigingen zijn een groot succes. Alleen vorig jaar al waren 2600 Rotterdamse kinderen lid van een schoolsportvereniging. “Dat zijn meestal kinderen die anders nooit met sport in aanraking waren gekomen”, zegt Vonk.
Inmiddels is er ook in andere gemeenten interesse in het concept. Dit jaar gaan in Delft, Groningen (3), Delfzijl en Zeist ook schoolsportverenigingen van start. “Wij zijn met de organisaties daar in gesprek over hoe we het hier georganiseerd hebben. Ze hoeven niet alles opnieuw uit te vinden. Het is belangrijk dat wij onze opgedane kennis delen.”