Sportverenigingen gaan helpen om Rotterdammers uit de bijstand te krijgen. Een speciaal beweegprogramma vormt de opstap voor werkzoekenden om weer mee te doen aan de maatschappij. Het is een nieuw voorbeeld van de maatschappelijke inzet van sportverenigingen voor Rotterdam.
Het vandaag bij korfbalvereniging RSV Sperwers gelanceerde programma Bewegen naar Werk richt zich op Rotterdammers die meerdere jaren een bijstandsuitkering hebben. Deze mensen kennen vaak meerdere en uiteenlopende problemen, zoals een laag bestedingspatroon, een ongezond voedingspatroon, verminderde lichamelijke gesteldheid en een maatschappelijk isolement. Sportverenigingen kunnen een belangrijke rol spelen om werkzoekenden letterlijk en figuurlijk weer in beweging te krijgen.
Ritme geven en prestaties leveren
Bewegen naar Werk is een samenwerking tussen de gemeente Rotterdam, Rotterdam Sportsupport en RSV Sperwers. Wethouder Marco Florijn (werk, inkomen, zorg en bestuur): “Dit initiatief biedt Rotterdamse werkzoekenden de kans om actief te worden of blijven, een groter sociaal netwerk op te bouwen en te ervaren waar hun kracht ligt. Naast positieve energie levert dit een belangrijke steun in de rug op. Daarom ben ik er trots op dat Rotterdamse sportclubs en zorginstellingen dit partnerschap met de stad aangaan.”
RSV Sperwers is nu nog de enige vereniging in Rotterdam die meedoet aan het programma. Vanaf volgend jaar volgen er meer. Deze maatschappelijke activiteit van de korfbalvereniging maakt deel uit van het Rotterdamse Sportplusprogramma. Wethouder Antoinette Laan (sport en recreatie, kunst en cultuur): “Verenigingen zijn doordat ze sport aanbieden altijd waardevol voor de stad. Verenigingen die meedoen aan het Sportplusprogramma hebben nóg meer betekenis. Ze leveren met diverse activiteiten een bijdrage aan hun omgeving op de thema’s werk, gezondheid, onderwijs, veiligheid en participatie van speciale doelgroepen.”
Maatschappelijke partners
Vandaag publiceerde het Verwey-Jonker Instituut een tussentijds onderzoek naar de ontwikkelingen binnen de eerste 2,5 jaar van de Sportplusverenigingen in Rotterdam. Het onderzoeksbureau stelt dat vijf van de tien officiële Sportplusverenigingen zich hebben ontwikkeld tot stevige maatschappelijke partners, die samen met organisaties in de sociale sector meerdere maatschappelijke activiteiten uitvoeren. De andere verenigingen hebben ook hun maatschappelijke waarde, maar zetten in op één of enkele activiteiten.
Meer resultaat
Onderzoeker Niels Hermens: “Volgens maatschappelijke partijen, zoals het Leger des Heils, Pameijer, en Stichting MEE, leveren maatschappelijke interventies op sportverenigingen vaak meer op dan andere interventies. Sporten en bewegen op een sportvereniging verkleint bijvoorbeeld de kans dat cliënten of deelnemers terugvallen in dure zorg- of hulptrajecten. Voorwaarde is dan wel dat sporten en bewegen aansluit bij de wensen en mogelijkheden van deze mensen.” Hermens constateert dat een goede samenwerking tussen de maatschappelijke sector en sportverenigingen afhangt van begeleiding en ondersteuning door een derde partij, zoals Rotterdam Sportsupport dat in Rotterdam doet. “Mede door de aanstaande decentralisaties zullen lokale overheden voor de ondersteuning van kwetsbare mensen steeds meer verwachten van de sociale omgeving van deze mensen. Dit doet de vraag naar samenwerking met sportverenigingen waarschijnlijk verder toenemen. Het Sportplusprogramma helpt Rotterdam zich hierop voorbereiden.”
Lees hier het onderzoek ‘Meerwaarde Sportplusprogramma: een tussenstand’ van het Verwey-Jonker Instituut: