“Fijn om van betekenis te zijn geweest voor de Rotterdamse sportverenigingen en de groei van Rotterdam Sportsupport en collega’s persoonlijk.” Liesbeth van der Meer vertrekt bij Rotterdam Sportsupport en vervulde in ruim zeventien jaar uiteenlopende functies en rollen; van projectleider Verenigingsondersteuning tot leidinggevende en van strategisch adviseur tot crisismanager. Een terugblik op bijna twee decennia Rotterdam Sportsupport.
In januari 2007 komt Van der Meer in dienst bij Rotterdam Sportsupport. In de voorgaande jaren werkt ze voor de KNLTB (regio Zuidwest) waar ze verantwoordelijk is voor Wedstrijdtennis. De ambitie groeit om breder impact te maken bij sportverenigingen, dus toen meerdere collega’s haar attendeerden op een vacature projectleider Verenigingsondersteuning bij Rotterdam Sportsupport, hoefde Van der Meer niet lang na te denken en greep haar kans.
“Ik was eigenlijk gelijk enthousiast,” vertelt ze. “Al direct merkte ik hoe prettig en veilig de werkomgeving was en dat is ook altijd gebleven. Werken bij Rotterdam Sportsupport is niet alleen van betekenis zijn voor de sportverenigingen en inwoners van Rotterdam, maar ook een investering in je persoonlijke ontwikkeling. Het is ook niet voor niets dat ik hier ruim zeventien jaar met veel plezier heb gewerkt.”
Van aanbodgericht naar vraaggericht
“Toen ik begon als projectleider was het team verenigingsadviseurs nog vrij klein en werd er vooral aanbodgericht en met themabijeenkomsten gewerkt. Door deelname aan het landelijke project “Meedoen Alle Jeugd door Sport” werd het mogelijk om meer verenigingsmanagers per tak van sport aan te stellen. De samenwerking met sportbonden werd intensiever. Ook groeide het samenwerken met andere organisaties, zoals de Hogeschool Rotterdam voor de inzet van studenten bij verenigingen. In de loop der jaren werd de verenigingsondersteuning bij Rotterdam Sportsupport steeds verder doorontwikkeld. Er werd bijvoorbeeld in 2009 gestart met de functie accountmanager sportverenigingen om de relatie te intensiveren en sneller en beter te weten wat er speelt en bijvoorbeeld in 2010 met pedagogische ondersteuning. Voor de gemeente Rotterdam werden we naast uitvoerder van verenigingsondersteuner ook adviseur bij beleidsontwikkeling. Na mijn projectleiderschap ben ik in diverse andere functies ook voor verenigingsondersteuning actief gebleven, bijvoorbeeld als leidinggevende van verenigingsadviseurs en als strategisch adviseur binnen Rotterdam Sportsupport en in contact met andere organisaties.
“Het klinkt misschien gek maar bij crisissituaties leef ik helemaal op. Ik ga in de actiestand en zie een crisissituatie juist als een kans om het verschil te maken, met uiteraard respect voor de situatie.”
Liesbeth van der Meer
“Die jaren vergeet ik nooit”
In 2012 wordt Van der Meer leidinggevende van de combinatiefunctionarissen binnen Rotterdam Sportsupport. De inzet van deze combinatiefunctionarissen in ruim 20 takken van sport had als hoofddoel om de jeugd tot 18 jaar structureel aan het sporten te krijgen en houden, met name in wijken waar sprake is van bewegingsarmoede en overgewicht. Naast het leggen van een stevige verbinding tussen de sportverenigingen en de scholen zette het team in op het creëren van een duurzaam pedagogisch sportklimaat, het verbinden van verenigingen met andere maatschappelijke organisaties en het stimuleren van stadsbrede samenwerkingen per sporttak.
“De persoonlijke verhalen in die sollicitatiegesprekken raakten mij echt,” blikt Van der Meer terug. “Veel van de combinatiefunctionarissen sportten zelf vroeger ook op de pleintjes in Rotterdam. Die wisten precies voor welke uitdagingen die kinderen stonden en wat zij nodig hadden. Ik heb ze bij Rotterdam Sportsupport in hun functie als combinatiefunctionaris echt zien veranderen in rolmodellen voor de jeugd. Door het geven van clinics , maar ook in het persoonlijke contact en het toeleiden naar sportverenigingen. Die jaren vergeet ik nooit.”
Betrokkenheid bij jeugd
Van der Meer vervult uiteenlopende functies binnen Rotterdam Sportsupport, maar als ze diep in haar hart kijkt, gaat haar voorkeur uit naar projecten die betekenis hebben voor de jeugd . Naast de combinatiefunctionarissen was dat bijvoorbeeld Challenge010. “Dat was een hele uitdagende doelgroep van middelbare scholieren. Bij deze levensfase zie je vaak dat de sportdeelname minder wordt en juist daarom konden we met dit project het verschil maken voor deze jongeren. In acht jaar tijd hebben we ruim 4.700 jongeren in beweging gebracht en een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van positief gedrag van middelbare scholieren.” Ook naast haar werk bij Rotterdam Sportsupport is ze graag betrokken bij deze doelgroep, zo was zij mentor voor Rotterdamse jongeren, is zij ruim 20 jaar jeugdcoach binnen het tafeltennis geweest en is zij nu nog vertrouwenscontactpersoon voor de Tafeltennisbond en de Schermbond.
De Rotterdamse sportverenigingen kennen Van der Meer ook als crisismanager tijdens de coronacrisis. En de afgelopen tijd zat Van der Meer kort op de bal om de sportverenigingen bij te staan bij de invoering en uitbreiding van het betaald parkeren in Rotterdam. “Het klinkt misschien gek maar bij crisissituaties leef ik helemaal op. Ik ga in de actiestand en zie een crisissituatie juist als een kans om het verschil te maken, met uiteraard respect voor de situatie. Met name in de eerste fases van de coronacrisis zaten we met collega’s aan de buis gekluisterd om de persconferenties te volgen en de gevolgen zo spoedig en zo goed mogelijk voor sportverenigingen inzichtelijk te maken. De saamhorigheid met collega’s en de bereidheid om de verenigingen te helpen, waren nóg groter dan anders.”
BMC
Vanaf 1 april treedt Van der Meer in dienst bij BMC als senior beleidsadviseur sociaal domein. Het was al een tijdje haar wens om de verbreding te zoeken naar het totale sociaal domein. De stap naar haar nieuwe werkgever maakt dit mogelijk en gaat haar weer nieuwe uitdagingen brengen. “Ik ben trots op hoe Rotterdam Sportsupport zich heeft ontwikkeld tot een organisatie die binnen Rotterdam maar ook landelijk niet meer weg te denken is en dat ik daaraan heb mogen bijdragen. De sportsector verlaat ik voorlopig, maar ik blijf nog wel actief in het sociale domein waar uiteraard ook sport onderdeel van uit maakt. Ik ben ervan overtuigd dat ik mijn opgedane kennis ook breder dan alleen voor de sportsector kan inzetten bij mijn nieuwe werkgever.“